In het eerste artikel over De Farizeeën Vandaag hebben we zes kenmerken besproken die hen typeren. In dit tweede artikel gaan we verder met het onderzoeken van andere eigenschappen die hen onderscheiden.
Het doel is niet om met de vinger te wijzen naar de Farizeeën om ons heen, maar om na te gaan of dit gedrag soms ook in onszelf naar voren komt. Als we vrienden van de Heer willen zijn, kunnen we niet leven zoals de Farizeeën. Door hun houding over te nemen, lopen we het risico het geestelijk ontwaken mis te lopen.
De levenswijze van de Farizeeën is zo subtiel dat we de genade van de Heer nodig hebben om hun kenmerken en houdingen in onszelf te kunnen onderscheiden. De basis van hun manier van leven is diep geworteld in verzet tegen het onderricht van de Heer, gedreven door de zoektocht naar menselijke goedkeuring.
« En Hij zei tegen hen: U bent het die zichzelf rechtvaardigen tegenover de mensen, maar Elohim kent uw harten. Want wat bij de mensen hoog staat aangeschreven, is een gruwel in de ogen van Elohim.» Loukas (Lukas) 16:15
Het gaat er dus niet om onze gebreken te verbergen om rechtvaardig te lijken in de ogen van mensen, maar om te zoeken naar wat de Heer welgevallig is – ook als dat niet in de smaak valt bij de mensen om ons heen.
Daarom is het essentieel om onszelf voortdurend af te vragen: “Wat ik doe, is dat voor anderen, voor mezelf, of voor de Heer?”
1. De Farizeeën houden van geld
« Maar de Farizeeën, die geldzuchtig waren, hoorden al deze dingen ook en spotten met Hem.» Loukas (Lukas) 16:14
De Farizeeën waren liefhebbers van geld, wat verklaarde waarom hun boodschap gebrekkig was. Hoewel zij werden beschouwd als de hoeders van het geestelijk leven van het volk, bracht hun gehechtheid aan geld hen ertoe hun eigen belangen voorop te stellen in plaats van de Heer en hun naaste.
Ze waren bereid hun schaap op de sabbat te helpen, maar veroordeelden de Heer wanneer Hij op diezelfde dag een wonder deed. De Farizeeën aarzelden niet om de armen te verachten om hun eigen belangen te beschermen. Ze keken neer op wie geen middelen had en zochten de goedkeuring van de rijken.
«Maar wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars! Want u eet de huizen van de weduwen op, terwijl u voor de schijn lange gebeden doet. Daarom zult u een zwaarder oordeel ontvangen.» Mattithyah (Mattheüs) 23:14
Voor hen is geld hun grootste zorg, waarbij de belangen van de Heer naar de tweede plaats worden verwezen. Ze gaan zelfs zo ver dat ze de zegen van God afmeten aan wat er op hun bankrekening staat.
2. De Farizeeën prediken dingen die ze zelf niet naleven
« Toen sprak Yeshua tot de menigte en tot Zijn discipelen en zei: De schriftgeleerden en de Farizeeën zitten op de stoel van Mozes. Doe daarom alles wat zij u zeggen dat u moet doen en in acht moet nemen, maar doe niet zoals zij doen, want zij zeggen het wel, maar doen het niet. » Mattithyah (Mattheüs) 23:1-3
De Farizeeën moedigen anderen aan en onderwijzen waarheden die ze zelf niet in de praktijk brengen. Ze bezitten kennis die ze niet kunnen omzetten in concrete daden. Ze prediken geloof, maar bezwijken zodra er beproevingen komen. Ze prediken geduld, maar handelen de volgende dag al in strijd met hun eigen woorden. Ze sporen anderen aan tot nederigheid, maar doen zelf geen moeite om het toe te passen. Hun toespraken zijn mooi, maar hun daden spreken hun leer tegen.
Wanneer wij het tegenovergestelde doen van wat we anderen vragen te doen, gedragen wij ons net als de Farizeeën. Daarom mogen we niet blijven steken bij de woorden van iemand die goed predikt, maar moeten we letten op de vruchten die hij voortbrengt.
3. De Farizeeën stellen geen vragen om te leren, maar om op de proef te stellen
« En de Farizeeën kwamen naar Hem toe, om Hem op de proef te stellen, en zeiden tegen Hem: Is het geoorloofd voor een man om zijn vrouw om welke reden dan ook te verstoten? » Mattithyah (Mattheüs) 19:3
Meestal stelden de Farizeeën vragen om de Heer op de proef te stellen, om Hem in de val te lokken, en niet om te leren. Op dezelfde manier, wanneer wij vragen stellen met een andere intentie dan om van de Heer te leren—of het nu is om onze leergierigheid aan anderen te tonen of om indruk te maken met ingewikkelde vragen—gedragen wij ons als de Farizeeën.
4. De Farizeeën vertrouwen op zichzelf, niet op de Heer
« Twee mannen gingen naar de tempel om te bidden, de één een Farizeeër en de ander een tollenaar. De Farizeeër stond daar en bad bij zichzelf: ‘Elohim, ik dank U dat ik niet ben zoals de andere mensen: afpersers, onrechtvaardigen, overspelers, of zelfs zoals deze tollenaar. Ik vast twee keer per week en geef tienden van alles wat ik bezit.’ Maar de tollenaar bleef op een afstand staan, durfde zijn ogen niet eens naar de hemel op te heffen, maar sloeg zich op de borst en zei: ‘Elohim, wees mij, zondaar, genadig!’ Ik zeg u: deze man ging gerechtvaardigd naar huis in plaats van de ander. Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden.» Loukas (Lukas) 18:10-14
De Farizeeën richten zich op hun eigen werken in plaats van op de genade van de Heer. Ze handelen uit zichzelf, in plaats van de Heer toe te laten door hen heen te werken. Vervuld van trots weerspiegelen zelfs hun gebeden hun eigen belangrijkheid. Ze denken dat ze dingen verdienen en vertrouwen op hun eigen inspanningen in plaats van op het werk van het kruis. Hoewel ze soms beweren dat alles genade is, zien ze zichzelf diep vanbinnen als de echte hoofdrolspelers.
5. De Farizeeën begrijpen het woord van de Heer niet
«En de schriftgeleerden en de Farizeeën begonnen te redeneren en zeiden: Wie is deze, die godslasteringen spreekt? Wie kan zonden vergeven dan Elohim alleen? » Loukas (Lukas) 5:21
«Sommige van de Farizeeën zeiden: “Deze man komt niet van Elohim, omdat hij de sabbat niet houdt.” Anderen zeiden: “Hoe kan een zondaar zulke tekenen doen?” En er ontstond verdeeldheid onder hen. » Yohanan (Johannes ) 9:16
De Farizeeën dachten dat ze de waarheid kenden, maar raakten vaak verstrikt in menselijke redeneringen. Grieks of Hebreeuws kennen, of in staat zijn onderzoek te doen, is niet genoeg om de leer van de Heer te begrijpen.
Velen denken dat vloeiend Frans spreken, of een woordenboek of website in het Hebreeuws of Grieks raadplegen, voldoende is om de boodschap van de Heer te begrijpen. Maar de boodschap van de Heer is in de eerste plaats geestelijk, en juist dat hebben de Farizeeën gemist.
Paulus zei dat hij het Evangelie door openbaring had ontvangen (Galaten 1:12). Om het Woord van de Heer te begrijpen, moeten wij in innige relatie met Hem leven, want Hij is het die ons verstand opent zodat wij de Schriften kunnen begrijpen.
6. De Farizeeën doen alles om gezien te worden
«En al hun werken doen zij om door de mensen gezien te worden; zij maken hun gebedsriemen breed en de zomen van hun klederen groot.» Mattithyah (Mattheüs) 23:2-3
De Farizeeën houden er niet van om onopgemerkt te blijven. Ze zoeken altijd naar aandacht, of het nu is via een vraag, hun kleding, of hun manier van doen. Ze laten de Heer niet toe om hen aan te bevelen, maar prijzen zichzelf aan bij anderen. Hun manier van spreken verraadt soms een houding van superioriteit. Ze geven voorbeelden enkel om de aandacht op zichzelf te vestigen. Ze weten niet hoe ze anderen moeten respecteren of hun eigen grenzen moeten erkennen. In werkelijkheid zijn de Farizeeën vol van zichzelf.
7. De Farizeeën gingen niet om met zondaars
« En toen de Farizeeën dat zagen, zeiden zij tegen Zijn discipelen: “Waarom eet uw Meester met tollenaars en zondaars?” Toen Yeshua dat hoorde, zei Hij tegen hen: “Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. » Mattithyah (Mattheüs) 9:11-12
« En de Farizeeën en de schriftgeleerden morden en zeiden: Deze man ontvangt zondaars en eet met hen.» Loukas (Lukas) 15: 2
U kunt ook lezen: Markos (Markus) 2:16 / Loukas (Lukas) 7:39
De Farizeeën geloofden dat spiritualiteit afhing van het afstand houden van zondaars. Voor hen kon een werkelijk geestelijk persoon niet met zondaars eten. Ze bleven liever binnen hun eigen kring en vermeden mensen die zij als minder geestelijk beschouwden. Ze hielden ervan om zich te omringen met vrome mensen, zodat ze zelf met die vroomheid geassocieerd zouden worden.
Zelfs vandaag proberen sommigen dichter bij een prediker of een oudste te komen om te tonen dat ze geestelijk volwassen zijn. Voor de Farizeeën van vandaag is het kennen van een oudste al genoeg om als geestelijk te worden gezien. Soms gaan ze zelfs nieuwe bekeerlingen of ongelovigen minachten.
Daarentegen leefde de Heer dicht bij hen die ziek waren en nood hadden. Hij aarzelde niet om om te gaan met degenen die door de Farizeeën werden veracht. De Farizeeën daarentegen hechten waarde aan wie predikt, maar verwaarlozen broeders die dat niet doen. Ze geven aandacht aan wie bekend is, maar negeren wie onbekend is.
De Farizeeën oordelen naar uiterlijk, en baseren hun oordeel op uiterlijke daden in plaats van op het innerlijke leven. Hun harten zijn vaak vervuld van bitterheid, terwijl ze aan de buitenkant de gelukkigsten lijken.
Dit betekent niet dat we het omgaan met valse broeders moeten aanmoedigen of ons laten bederven door slecht gezelschap. Het gaat er juist om te begrijpen dat de Vader zielen wil redden, en dat veel van deze zielen zich nog in de wereld bevinden. Ware spiritualiteit gaat niet om uiterlijk vertoon, maar begint in ons innerlijk.
« Ik heb u in mijn brief geschreven dat u geen omgang moet hebben met ontuchtplegers – ik bedoelde daarmee echter niet de ontuchtplegers van deze wereld, of de hebzuchtigen, afpersers of afgodendienaars, want dan zou u wel uit de wereld moeten gaan. Maar nu schrijf ik u dat u geen omgang moet hebben met iemand die, terwijl hij een broeder genoemd wordt, een ontuchtpleger is, of hebzuchtig, of een afgodendienaar, een lasteraar, een dronkaard of een afperser. Met zo iemand moet u zelfs niet samen eten. Want wat heb ik er mee te maken om hen te oordelen die buiten zijn? Oordeelt u niet juist hen die binnen zijn? » 1 Korintiërs 5:9-12
Hoewel het Woord ons oproept om afstand te houden van valse broeders, verwelkomden de Farizeeën daarentegen graag hun gelijken, zelfs wanneer deze zich verzetten tegen de Heer, terwijl zij zondaars afwezen. De Farizeeën bleven onder elkaar, leefden in zonde en hielden vast aan hun tradities. Ze gingen niet om met zondaars, hoewel ze zelf geen haar beter waren.
8. Een Farizeeër kan zich bekeren
Velen worden Farizeeër uit onwetendheid of omdat ze slachtoffers zijn van een systeem. Sommigen zijn Farizeeën omdat ze weigeren aan zichzelf te sterven en naar het vlees blijven leven. Anderen daarentegen zijn Farizeeën omdat ze bewust voor deze weg hebben gekozen. Helaas leidt de weg van de Farizeeën tot verderf. De Heer nodigt ons daarom uit om terug te keren tot Hem, tot de eenvoud van het Evangelie.
« Besneden op de achtste dag, uit het volk Israël, uit de stam Benjamin, een Hebreeër van Hebreeën; wat de wet betreft, een Farizeeër; wat de ijver betreft, een vervolger van de gemeente; wat de gerechtigheid betreft, die in de wet is, onberispelijk. Maar wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil als verlies geteld. Ja, ik tel ook alles als verlies vanwege de uitnemendheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heer, voor wie ik alles heb verloren en als afval acht, opdat ik Christus win en in Hem word gevonden, niet met mijn eigen gerechtigheid die uit de wet komt, maar die door het geloof in Christus is, de gerechtigheid die van God komt door het geloof.» Filippenzen 3:5-9
Als we het Koninkrijk niet kunnen leven met een hart vol doornen, zoals bij de Farizeeën het geval was, is het toch mogelijk te veranderen. De Heer Yeshua kwam om ons leven te geven, en Hij is de enige die in staat is een bitter of trots hart te veranderen. Hij kan ons bevrijden van een leven van Farizeïsme en ons toelaten met Hem te wandelen in een hart-tot-hart relatie!
Het is een keuze: leven door de Geest of volgens het vlees, leven voor de Heer of voor de wereld. Het is een beslissing tussen materiële rijkdom en eeuwige schatten, tussen Yeshua en mensen, tussen onze eigen wil en onderwerping aan het Woord.
Het is mogelijk om de juiste keuze te maken, het is mogelijk om anders te leven, laten we terugkeren naar de Vader. Laten we terugkeren naar het leven uit de hemel. Laten we zijn zoals Yeshua!
Shalom en genade !
Y. Gerol
> Vertaald van het Frans.
